zondag 11 oktober 2009

"Laat de Soennah voortgaan..."

"Laat de Soennah voortgaan en stop het niet met meningen." ('Oemar ibn al-Khattaab)

Hieronder kunnen jullie enkele bewijzen lezen dat de Niqaab niet simpelweg een cultureel gebruik is, maar het is een onderdeel van de Islaam. Dit artikel is niet bedoeld om te constateren dat de Niqaab Waajib (verplicht) of Moestahab (aanbevolen) is, aangezien hier een meningsverschil onder de geleerden van de Ahloes Soennah bestaat. De Niqaab is een prachtig aspect van de Islaam en in geen geval is het een hindernis voor de Da'wah in niet-moslimlanden zoals sommigen beweren.

De Moefassir al-Qoertoebie vermeldt in zijn Tafsier van de Aayah over de Jilbaab (33:59), dat de Jilbaab "een kledingstuk (is) welke het gehele lichaam bedekt...Ibn 'Abbaas en 'Oebaydah As-Salmaani zeggen dat het volledig om de vrouw heen gewikkeld wordt, zodat niets zichtbaar is behalve één oog waarmee zij kan zien." (Tafsier al-Qoertoebie).

Los van deze Tafsier wordt de Niqaab genoemd in meer dan één authentieke hadieth. Zobevool de profeet (sallAllahoe 'alayhie wa-sallam)l: "Een vrouw (op Hajj) dient haar gezicht niet te bedekken met een Niqaab noch dient zij handschoenen te dragen." (al-Boekhaarie; Moesliem; Sahieh Aboe Dawoed # 1600).

Hieruit blijkt dus dat de Sahaabiyaat gewend waren hun gezichten te bedekken met een Niqaab, anders was er geen reden voor de profeet (sallAllahoe 'alaihie wa sallam) om specifiek de Niqaab te verbieden gedurende de Hajj (in de staat van ihraam). Op dezelfde wijze zijn de mannen in de staat van ihraam verboden hun hoofden te bedekken, waaruit blijkt dat buiten deze staat om, ook zij hun hoofden bedekten.

Wat verboden is tijdens de Hajj is het bedekken van het gezicht met een niqaab/ander kledingstuk dat gefixt/vastgebonden wordt. Het bedekken van het gezicht tijdens de ihraam is toegestaan met een los stukje stof, zonder aanhechting. 'Aa-iesha zei: "Pelgrims passeerden ons terwijl wij bij de profeet (sallAllahoe 'alaihie wa sallam) waren. Wanneer zij ons naderden trokken wij onze kledingstukken van onze hoofden (naar beneden) en bedekten onze gezichten." (Aboe Daawoed en Ibn Maajah)

Toen de Aaayah van Soerat an-Noer geopenbaard werd (24:31), leverde 'Aa-iesha over: "Moge Allah de eerste Moehaajiraat genadig zijn. Toen Allah openbaarde "....en dat zij hun khoemur over hun Juyoebihinna dragen...", scheurden zij hun stoffen en bedekten daar zichzelf mee." (Sahieh Boekhaarie) Ibn Hajar al-Asqalaanie die bekend staat als de Amier al Moe'minien op het gebied van hadieth zei dat "en bedekten zichzelf" in de bovenstaande hadieth betekent "bedekten hun gezichten." (Fathoel Baarie)

Alle geleerden zijn het erover eens dat de Niqaab waarlijk een belangrijk en authentiek onderdeel van de Islaam is. Degenen die zeggen dat de Niqaab geen onderdeel van de Islaam is of dat het Makroeh (afgeraden) is, spreken volgens hun begeerten die duidelijk in tegenstrijd zijn met bovenstaande authentieke overleveringen.

maandag 23 februari 2009

De Oorsprong van Shirk (polytheïsme)

De Oorsprong van Shirk

Shaykh Muhammad Naasir ud-Deen al-Albaanee, rahimahullaah

Vanuit datgene wat in de Sharie'ah (voorgeschreven wet) is bevestigd, is dat de mensheid in het begin één enkele natie op ware Tawheed was, waarna Shirk (het toekennen van enige vorm van aanbidding of iets anders wat uitsluitend het recht van Allah is, aan anderen dan Allah) hen langzamerhand overweldigde. De grondslag hiervoor is de zegging van Allah, de Meest Gezegende de Meest Verhevene: "De mensheid was één godsdienst (toegedaan, maar er ontstond onenigheid) waarop Allah de Profeten zond als verkondigers van verheugende tijdingen en als waarschuwers." (Soorah al-Baqarah 2:213)

Ibn 'Abbaas, radiallaahu 'anhu, zei: "Tussen Nooh (Noah) en Adam waren tien generaties, allen van hen waren op de Sharee'ah (wet) van de waarheid, daarna verschilden zij. Dus zond Allah profeten als brengers van goed nieuws en als waarschuwers." [2]

Ibn 'Urwah al-Hanbalee (g.837H) zei: "Deze zegging weerlegt de geschiedkundigen van de Mensen van het Boek die beweren dat Qaabil (Cain) en zijn zonen vuuraanbidders waren." [3]

Ik zeg: Daarin is ook een weerlegging van sommige filsofen en atheïsten die beweren dat de (natuurlijke) grondslag van de mens Shirk is en dat Tawhied zich in de mens ontwikkelde! De voorgaande Aayah (vers) bewijst deze bewering vals te zijn, alsook de volgende twee authentieke hadith:

Allereerst: Hij (de profeet sallAllahu 'alaihie wa sallam) heeft gezegd, overleverend van Zijn Heer (Allah): "Ik creëerde al Mijn dienaren op de ware Religie (op Tawhied, vrij van Shirk). Vervolgens kwamen de duivels naar hen en lieten hen van hun ware Religie afdwalen. Zij maakten onwettig voor de mensen wat Ik wettig voor hen had gemaakt en zij bevolen hen om dat met Mij in aanbidding te verenigen waavoor Ik geen authoriteit neergezonden had." [4]

Ten tweede: Zijn (de profeet sallAllahu 'alaihie wa sallam) zeggen dat: "Ieder kind wordt geboren op de Fitrah [5] maar zijn ouders maken hem een jood of een christen of een magiër. Het is als de wijze waarop een dier een natuurlijk nageslacht baart. Hebben jullie enig verminkt geboren zien worden, voordat jullie hem verminken?"

Abu Hurayrah zei: Reciteer als je wenst: "De natuurlijke aanleg die Allah in de mens geschapen heeft. Er is geen verandering in de schepping van Allah." (Soorah ar-Rum 30:30) [6]

Na deze duidelijke uitleg is het zeer belangrijk voor de moslim te weten hoe Shirk zich onder de gelovigen verspreidde, nadat zij muwahhideen (mensen op Tawhied) waren. Allah zegt betreffende de mensen van Nooh: "En zij zeiden: Verlaat jullie goden niet en verlaat Wadd niet, en niet Soewa'a, en niet Yaghoeths en Ya'oeq en Nasr." (Soorah Nooh 71:23)

In vele overleveringen is het overgeleverd door een groep van de Salaf (Vrome Voorgangers), dat deze vijf afgoden vrome aanbidders waren. Toen zij echter stierven, fluisterde Shaytaan (Satan) bij hen in zich terug te trekken en bij hun graven te zitten. Vervolgens fluisterde Shaytaan bij degenen die na hen kwamen dat zij hen als afgoden dienen te nemen, verfraaiend bij hen het idee dat zij aan hen herinnerd zullen worden en hen zo zullen volgen in rechtschapen gedrag. Vervolgens stelde Shaytaan aan de volgende generatie voor dat zij deze afgoden dienen te aanbidden naast Allah de meest Verhevene en hij fluisterde hen in dat ook hun voorvaderen dit deden!!!

Dus Allah zond Nooh 'alaihies salaam naar hen, hen bevelend Allah alleen te aanbidden. Niemand echter gaf gehoor aan zijn roep behalve een paar. Allah, Glorieus en Verheven is Hij, vertelt dit hele incident in Soorah Nooh. Ibn 'Abbas verhaalt: "Voorzeker, deze vijf namen zijn van rechtschapen mensen van de mensen van Nooh. Toen zij stierven, fluisterde Shaytaan bij hun mensen in om standbeelden van hen te maken en om deze standbeelden in hun plaasten van samenkomst te plaatsen, als een herinnering aan hen, dus deden zij dit. Maar niemand van onder hen aanbad deze standbeelden totdat zij stierven en het doel van de standbeelden vergeten werd. Toen begonnen zij (de volgende generatie) hen te aanbidden. [7]

Iets van gelijke betekenis is door Ibn Jareer at-Tabaree en anderen overgeleverd van een aantal van de Salaf (Vrome Voorgangers), radiAllahu 'anhum. In ad-Durral Manthoor (6/269): 'Abdullah ibn Humaid levert over van Abu Muttahar die zei: "Yazid ibn al-Muhallab werd genoemd bij Abu Ja'far al-Baaqir (g.11H), en hij zei: "Hij werd gedood op een plaats waar een ander dan Allah voor het eerst aanbeden werd. Toen noemde hij Wadd en zei: "Wadd was een moslimman die geliefd bij zijn mensen was. Toen hij stierf, begonnen de mensen zich te verzamelen om zijn graf in het land van Baabil (Babel), weeklagend en rouwend. Dus toen Iblees (Satan) hen om hem zag rouwen en weeklagen, nam hij de vorm van een man en kwam naar hen, zeggende: "Ik zie dat jullie over hem weeklagen en rouwen. Waarom maken jullie geen afbeelding van hem (een standbeeld) en zetten het in jullie plaatsen van samenkomst zodat jullie aan hem herinnerd worden? Zij zeiden: "Ja" en zij maakten een afbeelding van hem en zetten het in hun plaats van samenkomst, die hen dus aan hem deed herinneren. Toen Iblees zag hoe (overdreven) zij waren in zijn gedenking, zei hij: "Waarom maakt ieder man van jullie geen soortgelijke afbeelding van hem om het in jullie huizen te houden, zodat jullie (voortdurend) aan hem herinnerd worden?" Zij zeiden allemaal: "Ja." Dus ieder huishouden maakte een afbeelding van hem, die zij vereerden en verheerlijkten en die hen voortdurend aan hem herinnerde. Abu Ja'far zei: "Degenen van de latere generatie zagen wat zij (de voorgaande generatie) hadden gedaan en beschouwden dat.......tot de mate dat zij hem namen als een ilah (god) om aanbeden te worden naast Allah. Hij zei daarna: "Dit was de eerste afgod die aanbeden werd naast Allah en zij noemden deze afgod Wadd." [8]

Zodoende was de wijsheid van Allah, Glorieus en Verheven is Hij, vervuld toen Hij Muhammad sallAllahu alaihie wa sallam zond als de laatste profeet en zijn Sharie'ah de vervolmaking van alle goddelijke voorgeschreven wetten maakte, waarin Hij alle middelen en wegen via welke mensen in Shirk zouden kunnen vallen heeft verboden. Om deze reden is het bouwen van heiligdommen over graven en zich specifiek voornemen om ernaar te reizen, hen als plaatsen van festiviteit nemen, bijeenkomen en een eed zweren in de naam van de bewoner van het graf, veboden. Dit alles leidt tot overdrijving en leidt tot de aanbidding van anderen dan Allah, de Meest Verhevene.

Dit het geval zijnde in een tijd waarin kennis aan het afnemen is en onwetendheid toenemend, zijn er een paar oprechte raadgevers (naar de waarheid), terwijl Shaytaan aan het samenwerken is met mensen en jinn om de mensheid te misleiden en hen weg te leiden van de aanbidding van Allah alleen, de Glorieuse, de Meest Verhevene.

Voetnoten:
1. Tahdheerus-Saajid min Ittikhaadhil-Quboori Masaajid (pp.101-106)
2. Overgeleverd door Ibn Jareer at-Tabaree in zijn tafsier (4/275) en al-Haakim (2/546) die zei: "Het is
betrouwbaar volgens de criteria van al-Bukhaari." Adh-Dhahabie heeft dezelfde mening.
3. Al-Khawaakibud-Duraarie fie Tartieb Musnadul-Imaam Ahmad 'alaa Abwaabil-Bukhaari
(6/212/1), tot heden nog steeds in de vorm van manuscript.
4. Overgeleverd door Muslim (8/159) en Ahmad (4/162) van 'Iyaadh ibn Himaar al-Mujaashi'ie
radiallaahu 'anhu.
5. [Van de opstellers] Ibn al-Atheer zei in an-Nihaayah (3/457): "Al-Fitr betekent beginnen en creëeren en al-Fitrah is de conditie die daaruit ontstaat. De betekenis is dat de mensheid geboren was op een aanleg en aard die gereed is om de ware Religie te accepteren. Dus indien hij op deze wordt gelaten, dan zou hij op deze verdergaan. Degenen die hier echter van afwijken doen dat vanwege het volgen van menselijke zwakten en blindelings volgen van anderen..." Al Haafidh ibn Hajar zei in al-Fath (3/248): "De mensen hebben verschillende meningen over wat met al-Fitrah wordt bedoeld en de meest bekende mening is dat het Islaam betekent. Ibn 'abdul-Barr zei: Dit is wat welgekend was bij de meeste van de Salaf (Vrome Voorgangers) en de geleerden van tafsier zijn het erover eens dat wat bedoeld wordt met de zegging van Allah, de meest Verhevene, "Allah's fitrah die Hij in de mens heeft geschapen," Islaam is.
6. Overgeleverd door al-Bukhaari (11/418) en Muslim (18/52)
7. Overgeleverd door al-Bukhaari (8/534)
8. Overgeleverd door Ibn Abie Haatim, zoals in al-Kawaakibud-Duraarie (6/112/2) en Ibn 'Urwah al-Hanbalie, met een isnaad die totaan Abu Muttahar Hasan is. Er kon echter geen biografie van hem worden gevonden, niet in ad-Dawlaabie's al-Kunaa wal-Asmaa noch Muslims al-Kunaa of elders. En het verborgen defect hier is dat hij van de Shie'ah is, maar zijn biografie is niet opgenomen in at-Toosee's al-Kunaa -- vanuit de index van Shee'ah overleveraars.

maandag 16 februari 2009

Mawlied

Wie houdt nou werkelijk van de Profeet (sallAllahu ‘alaihi wa-sallam)?

De Boodschapper van Allah, Muhammad (sallAllhu ‘alaihi wa-sallam) is geboren in Makkah in de maand Rabie’ al-Awwal. Geleerden verschillen van mening omtrent zijn exacte geboortedatum, maar ze zijn er allen over eens dat het op een maandag was, zoals het vermeld staat in een betrouwbare hadieth.

Vraag:
Behoort men de twaalfde van Rabie’ al-Awwal ( de vermoedelijke geboortedag van de Profeet (sallAllahu ‘alahie wa-sallam) ) te vieren of niet? En als het wordt gevierd, hoe behoort men het dan te vieren?

Omdat de Islam een complete Deen is, bevat het Boek van Allah en de Soennah van de Boodschapper (sallAllahu ‘alaihie wa-sallam) complete leiding omtrent de dagen en wijzen van vieringen.

Degenen die het vieren van Mawlied (Milaad) met klem blijven volhouden, beweren dat degenen die hen in het vieren van Mawlied niet volgen, in feite de Boodschapper van Allah (sallAllahu ‘alahie wa-sallam) niet liefhebben.

In de Islaam hebben slechts beweringen geen waarde, tenzij zij worden gesteund door bewijzen. Hoe sterker het bewijs, des te sterker de bewering. Allah de Verhevene spreekt in de Qoer’aan over de bewering van sommige dwalenden die zeiden: ‘‘Niemand zal het Paradijs binnengaan, behalve wie Jood of Christen was.’’ Allah vroeg hen: ‘‘Brengt jullie bewijzen (Burhaan), als jullie waarachtigen zijn.’’ (Soerah al-Baqarah 2:111)

Dit vers geeft dus een principe om een bewering te beoordelen. Bovendien wijst Allah ook in duidelijke woorden op de acceptabele bewijzen (Boerhaan) die een bewering rechtvaardigen. Hij zegt: "O mensen, er is voor jullie waarlijk een bewijs van jullie Heer gekomen en Wij hebben een duidelijk licht (de Qoer’aan) over jullie doen neerdalen." (Soerah al-Nisaa 4:174)

Dus Muhammad (sallAllahu ‘alahie wa-salam) is de Boerhan (het bewijs) en het criterium en derhalve moet iedere bewering worden gesteund met sterke bewijzen vanuit zijn Soennah.

De Boodschapper van Allah(sallAllahu ‘alahie wa-sallam) liefhebben is een verplichting:

Houden van de Boodschapper van Allah (sallAllahu ‘alahie wa-sallam) is verplicht voor iedere moslim. Het is het bewijs voor iemands Imaan (geloof). Meer dan al het andere moet een gelovige van hem (sallAllahu ‘alahie wa-sallam) houden, zoals de Qoer’aan zegt: "Zeg: "Als jullie vaders en jullie zonen en jullie broeders en jullie echtgenotes en jullie familie en de bezittingen die jullie verworven hebben en de handel waarvan jullie verlies vrezen en de huizen die jullie behagen, jullie dierbaarder zijn dan Allah en Zijn Boodschapper en het strijden op Zijn Weg, wacht dan tot Allah met Zijn beschikking komt. En Allah leidt het zwaar zondige volk niet." (Soerah al-Tawbah 9:24)

De Boodschapper van Allah (sallAllhu ‘alaihie wa-sallam) zei:
"Geen van jullie gelooft werkelijk totdat ik hem meer geliefd ben dan zijn vader, zijn kind en de gehele mensheid." (Bukaarie en Muslim)

‘Umar ibn al-Khattaab (radiAllahu anhu) verklaarde eens aan Allah’s Boodschapper: "O Boodschapper van Allah! U bent mij geliefder dan wie dan ook behalve mijn eigen ziel." De Boodschapper van Allah (sallAllahu ‘alahie wa-sallam) zei: "Nee, bij Degene in Wiens Hand mijn ziel is, niet totdat ik jou meer geliefd ben dan jouw eigen ziel." ‘Umar (radiAllahu anhu) verklaarde toen zijn liefde voor de Boodschapper (sallAllahu ‘alahie wa-sallam). Hij zei: "Bij Allah, nu bent u mij geliefder dan mijn eigen ziel." De Profeet(sallAllahu ‘alahie wa-sallam) informeerde hem toen dat hij de complete en correcte Imaan had." (Sahieh Bukhaarie)

Wat is liefde?
Liefde voor Allah en Zijn Profeet(sallAllahoe ‘alahie wa-sallam) refereert naar de complete onderwerping aan hun voorschriften en bevelen. Allah zegt in de Qoer’aan: "Zeg (O Moehammad): ‘Als jullie van Allah houden, volg mij dan: Allah zal van jullie houden en jullie zonden vergeven. En Allah is Vergevensgezind, Meest Barmhartig." (Qoer’aan 3:31)
En Allah heeft de hypocrieten beschreven als ongehoorzaam jegens Allah en Zijn Boodschapper (sallAllhoe ‘alahie wa-sallam): "En zij (de huichelaars) zeggen: "Wij geloven in Allah en de Boodschapper en wij gehoorzamen." Vervolgens wendt een groep van hen zich daarna af. En zij zijn niet de gelovigen." (Qoer’aan 24:47)

Hij zegt verder ook: "Bij jouw Heer, zij geloven niet totdat zij jou laten oordelen waarover zij van mening verschillen en dan in zichzelf geen weerstand vinden tegen wat jij oordeelde, en zij aanvaarden (het dan ) volledig." (Qoer’aan 4:65)

"De woorden van de gelovigen, wanneer zij naar Allah en Zijn Boodschapper opgeroepen worden, opdat hij onder hen oordeelt, zijn slechts dat zij zeggen: ‘Wij horen en Wij gehoorzamen.’ En zij zijn degenen die de welslagenden zijn." (Qoer’aan 24:51)

De Profeet (sallAllahu ‘alahie wa-sallam) heeft gezegd: "Alle mensen van mijn ummah zullen de Jannah betreden, behalve degene die weigert." De metgezellen (radiAllahoe ‘anhoema) vroegen: "Wie weigert?" De Boodschapper van Allah (sallAllahu ‘alahie wa-sallam) legde uit: "Hij die gehoorzaamt zal het Paradijs betreden en hij die mij ongehoorzaam is, is alsof hij mij geweigerd heeft." (Sahieh Bukhaarie)

Een metgezel van de Boodschapper van Allah (sallAllahu ‘alahie wa-sallam) benaderde hem eens en zei: "Ik hou meer van jou dan dat ik hou van mijn familie en ik word rusteloos om jou te zien, ik ren naar jou om een glimp van jou te krijgen, maar wanneer ik wordt herinnerd aan mijn eigen dood en die van jouw, wordt ik verontrust om te denken dat jij in het gezelschap van de Profeten (‘alahiemus-salaam) in de hoge Hemelen zal zijn en ik, als ik tot de Hemel wordt toegelaten, zal niet in staat zijn om jou te benaderen en zal jouw zicht mij worden ontnomen." Hierop openbaarde Allah het volgende vers: "En wie Allah en de Boodschapper gehoorzaamt: zij zijn met degenen van de Profeten en de waarachtigen en de martelaren en de oprechten die Allah begunstigd heeft. Zij zijn de beste metgezellen." (Qoer’aan 4:69)

De openbaring van dit vers, op uiting (expressie) van de liefde jegens Allah en Zijn Boodschapper (sallAllahu ‘alahie wa-sallam), geeft het belang van liefde aan en verduidelijkt haar betekenis in werkelijke zijn, namelijk gehoorzaamheid.

Dus liefde voor Allah’s Boodschapper (sallAllahu ‘alahie wa-sallam) hoort gepaard te gaan met complete onderwerping. In andere woorden, geloof (in Allah) en gehoorzaamheid aan Allah’s Boodschapper zijn onscheidbaar. Allah zegt:

"O jullie die geloven, gehoorzaamt Allah en gehoorzaamt de Boodschapper en maakt jullie werken niet nietig." (Qoer’aan 47:33)

"Wie de Boodschapper gehoorzaamt, hij gehoorzaamt waarlijk Allah." (Qoer’aan 4:80)

"En wat de Boodschapper jullie geeft, neemt dat; maar wat hij jullie verbiedt, onthoudt jullie daarvan. En vreest Allah: voorwaar, Allah is hard in de bestraffing." (Qoer’aan 59:7)

Ongehoorzaamheid jegens Allah’s Boodschapper (sallAllahoe ‘alahie wa-sallam) is een teken van huichelarij en ongeloof. Allah zegt: "Voorwaar, degenen die niet in Allah geloven en Zijn Boodschapper: zij willen onderscheid maken (in het geloven) tussen Allah en Zijn Boodschappers en zeggen: "Wij geloven in sommigen en verwerpen anderen." En zij willen daartussen (tussen geloof en ongeloof) een weg vinden." (Qoer’aan 4:150)
"En laat degenen die zijn bevel (ofwel het bevel van de Profeet) ongehoorzaam zijn opletten dat een beproeving hen treft of een pijnlijke bestraffing hen treft." (Qoer’aan 24:63)

Het vieren van Mawlied- Is er enig bewijs?
De viering van Mawlied was geïntroduceerd door de heerser van Ibril, Muzaffar ad-Dien ibn Zain al-Dien. Hij werd geassisteerd door Abdul Khattab Umar ibn Dihya, die een boek ‘Al-Tanwier fie Mawlied al-Siraj al-Munier’ samenstelde, in een poging om Mawlied vieringen te rechtvaardigen. (Ibn Kathier, Al-Bidaya wa Al-Nihaya, Vol. 13, p. 144-146)

Ibn Kathier heeft overgeleverd op het gezag van al-Sabt over ibn Dihya:
"Hij was het gewend de Muslims te belasteren en kleineren. Hij maakte toevoegingen in zijn verhalen en overdreef. Dus gaven de mensen het op overleveringen van hem te overleveren en verklaarden hem als vals..." (Ibn Kathier, al-Bidaya wa Al-Nihaya, Vol. 13 p.144-146)

Het vieren van Mawlied heeft geen oorsprong in het Boek en Sunnah, maar is een innovatie van degene die bekend stond voor het maken van toevoegingen en overdrijvingen in de Dien. Een praktijk dat 600 jaar na de Boodschapper van Allah (sallAllahu ‘alaihie wa-sallam), zijn metgezellen en hun volgelingen tot bestaan kwam, kan nooit een deel uitmaken van de Islaam. Voor het introduceren van de viering van Mawlied in het geloof, zal men de zegel van Allah moeten breken, Die heeft gezegd:

"Vandaag heb ik jullie godsdienst voor jullie vervolmaakt en Ik heb Mijn gunst voor jullie volledig gemaakt en Ik heb de Islaam voor jullie als godsdienst gekozen." (al Maa’iedah 5:3)

Allah’s Boodschapper (sallAllahu ‘alaihie wa-sallam) werd gestuurd als verkondiger en waarschuwer:"En Wij hebben jou niet anders gezonden dan aan de gehele mensheid en als een verkondiger van verheugende tijdingen en als een waarschuwer." (Saba 34:28)

En hij (sallAllahu ‘alaihie wa-sallam) zei: "Er is niets dat jullie dichterbij het Paradijs zal brengen maar dat ik het jullie bevolen heb en er is niets dat jullie dichter bij de Hel zal brengen maar hetgeen waarvoor ik jullie gewaarschuwd heb." (Musnad ash-Shaafi’ie en anderen).

De Boodschapper van Allah (sallAllahu ‘alaihie wa-sallam) heeft zelf nooit zijn geboortedag gevierd, noch heeft hij zijn metgezellen erop gewezen. Als Mawlied een uiting van liefde was voor de Profeet (sallAllahu ‘alaihie wa-sallam) of een daad die iemand dichter bij Allah brengt, dan zou hij (sallAllahu ‘alaihie wa-sallam) het zijn Sahabah ongetwijfeld bevolen hebben. Mawlied is noch een daad van vroomheid noch is dit een uiting van liefde voor de Boodschapper van Allah (sallAllahu ‘alaihie wa-sallam).

Degenen die de Boodschapper van Allah (sallAllahu ‘alaihie wa-sallam) het meest lief hadden
De beste generaties, de metgezellen van de Profeet (sallAllahu ‘alaihie wa-sallam) hielden van de Boodschapper van Allah (sallAllahu ‘alaihie wa-sallam) tot de hoogste graad. Ze waren het meest volhardend in het gehoorzamen van hem en in het doen herrijzen van zijn Sunnah. Wanneer Allah hen opriep offerden ze hun bezittingen en levens en vochten dapper in Jihaad samen aan de kant van de Profeet (sallAllahu ‘alaihie wa-sallam):

"O jullie die geloven, geeft gehoor aan Allah en aan de Boodschapper wanneer hij jullie oproept tot wat jullie leven geeft, en weet dat Allah een afscheiding maakt tussen een mens en zijn hart. En voorwaar, tot Hem zullen jullie worden verzameld." (al-Anfaal 8:24)

Ze wisten dat zij hun levens konden verliezen of een ledemaat of pijn zullen lijden, maar dit ontmoedigde hen niet op zijn minst van het geven van gehoor aan de Boodschapper van Allah (sallAllahu ‘alaihie wa-sallam). Zij bleven doorvechten en vochten tot hun laatste adem. Deze oprechte gelovigen die gehoor gaven aan iedere roep van de Profeet Muhammad (sallAllahu ‘alaihie wa-sallam) gaven geen uiting van hun liefde voor hem door zijn geboortedag te vieren. Het was niet moeilijk voor hen om de straten op te gaan, te wapperen met rode en groene vlaggen, zoetigheid uit te delen, poëzie te reciteren ter prijzing van Allah’s Boodschapper (sallAllahu ‘alaihie wa-sallam), het roepen van slogans enz....jihaad was geen spelletje, het was alles op het spel zetten. Als het vieren van Mawlied juist of aanbevolen was, dan zouden zij de eersten zijn geweest die hieraan zouden hebben meegedaan.

Het vieren van Mawlied, een imitatie van de Kuffar
Het vieren van geboortedagen is een imitatie van de christenen, het lijkt op hun tradities van het vieren van de geboortedag van de Profeet ‘Isaa (‘alaihies salaam). Een moslim is echter bevolen om te verschillen van de ongelovigen en anders te zijn dan de kuffar. De Boodschapper van Allah (sallAllahu ‘alaihie wa-sallam) zei:

"Wees verschillend van de Joden en Christenen." (Sahieh Bukhaarie en Sahieh Muslim)

Hij ( sallAllahu ‘alaihie wa-sallam) zei ook: "Wie ook een volk imiteert, behoort tot hen." (Ahmad, Sahieh)

Het Christelijk Nieuw Jaar begint met de geboortedag van Jezus (‘alaihies salaam), terwijl het Islamitisch Nieuw Jaar begint met de Hijrah (migratie) van de Profeet Muhammad (sallAllahu ‘alaihie wa-sallam) naar Madienah. Het is overgeleverd door Sahl ibn Sa’d: "De metgzellen van de Profeet van Allah (sallAllahu ‘alaihie wa-sallam) namen als begindatum van de Muslimkalender niet de dag waarop de Profeet van Allah (sallAllahu ‘alaihie wa-sallam) als Boodschapper werd gestuurd noch de dag van zijn dood, maar de dag van zijn aankomst in Madienah." (Al-Bukhaarie)

Indien verjaardagen enig belang hadden in de Islaam, dan zouden de Sahabah (radiAllahu ‘anhuma) het Islamitisch Jaar begonnen zijn vanaf de dag van de geboorte van de Profeet (sallAllahu ‘alaihie wa-sallam). De Sahabah uitten hun liefde voor Allah’s Profeet (sallAllahu ‘alaihie wa-sallam) en gehoorzaamden hem toen zij het Islamitsch Jaar begonnen op de dag van de Hijrah (migratie) van de Profeet Muhammad (sallAllahu ‘alaihie wa-sallam).

De Boodschapper van Allah (sallAllahu ‘alaihie wa-sallam) had zijn Sahabah gewaarschuwd tegen overdrijving. Hij (sallAllahu ‘alaihie wa-sallam) zei: "Overdrijf niet met betrekking tot mij, zoals de Christenen overdreven met de zoon van Maryam. Ik ben slechts een dienaar, dus zeg ‘de dienaar van Allah en Zijn Boodschapper." (Sahieh Bukhaarie)

Kortom, verjaardagen hebben geen betekenis noch enig belang in de Islaam en het vieren van de geboortedag van de Profeet (sallAllahu ‘alaihie wa-sallam) is naast een innovatie ook een imitatie van de kuffar.

In de Islaam zijn vieringen door Allah bepaalde religieuze gelegenheden
Vieringen in de Islaam zijn bepaald door Allah en Hij de Verhevene heeft slechts 2 dagen van viering bepaald; Eid al-Adha en Eid al-Fitr. Anas ibn Maalik zei: "De Boodschapper van Allah (sallAllahu ‘alaihie wa-sallam) kwam naar Madienah en zij hadden twee dagen van spel amusement. Hij zei: "Wat zijn deze twee dagen?" Zij zeiden: "Wij waren het gewend om op deze twee dagen te ‘spelen’ (feesten) tijdens de Jaahiliyyah (periode van onwetendheid voor de komst van de Profeet)." De Boodschapper van Allah (sallAllahu ‘alaihie wa-sallam) zei: "Allah heeft jullie in plaats daarvan iets beters gegeven: Yauwm al-Duhaa (Eid al-Adha) en Yauwm al-Fitr (Eid al-Fitr)." (Overgeleverd door Aboe Dawoed 1134 en Sahieh Ahmad 3/103, 178, 235)

Naast deze twee dagen behoort men geen enkele andere dag als een viering te nemen. Enige toevoeging aan de Dien is een bid’ah (een innovatie). De Boodschapper van Allah (sallAllahu ‘alaihie wa-sallam) heeft gezegd:

"Ik waarschuw jullie voor de nieuw ingevoerde zaken in de Dien; elke nieuw ingevoerde zaak is een innovatie , en elke innovatie is dwaling, en elke dwaling is in het Hellevuur." (An-Nasaa’ie)

En alle innovaties zijn verworpen zoals hij (sallAllahu ‘alaihie wa-sallam) zei: "Degene die een handeling verricht, die wij niet hebben bevolen, moet worden verworpen." (Muslim)

En: "Degene die in deze Dien van ons iets introduceert wat er niet thuis hoort, zal worden verworpen." (Ahmad)

Gedurende het leven van de Profeet (sallAllahu ‘alaihie wa-sallam) vonden er vele grote gebeurtenissen plaats. Zoals de overwinning van Badr, Hunain, al-Khandaq enz. De dag dat hij (sallAllahu ‘alaihie wa-sallam) het profeetschap kreeg, zijn opstijging naar de hemelen en zijn conversatie met Allah (ofwel de Miraaj), zijn migratie naar Madienah, de verovering van Makkah enz. Dit zijn allemaal belangrijke gebeurtenissen in de geschiedenis van de Islaam, maar de Boodschapper van Allah (sallAllahu ‘alaihie wa-sallam) heeft geen van deze dagen ooit gevierd noch heeft hij (sallAllahu ‘alaihie wa-sallam) zijn Sahabah ooit bevolen of erop gewezen dezen te vieren.

De Etiketten van Vieringen
De Etiketten van vieringen zijn zeer duidelijk te vinden in de Sunnah van Allah’s Boodschapper (sallAllahu ‘alaihie wa-sallam). De Boodschapper van Allah (sallAllahu ‘alaihie wa-sallam) bevool te vasten op de Dag van ‘Ashoera, de dag waarop Moesa (‘alaihies salaam) gered werd door Allah tegen verdrinking.

Opmerking: Ook hier bevool de Profeet (sallAllahu ‘alaihie wa-sallam) de Muslims om twee dagen te vasten (een dag voor Ashoerah, opdat de Muslims verschilden van het praktijk van de Joden).

De dag dat de Muslims Makkah zegevierend betraden, was een dag van grote overwinning voor de Muslims. De Boodschapper van Allah (sallAllahu ‘alaihie wa-sallam) verrichtte gebeden om Allah de Almachtige te danken voor deze grote overwinning. Hij maakte er echter geen dag van viering of optocht van. Eveneens herdacht de Profeet (sallAllahu ‘alaihie wa-sallam) zijn geboortedag niet door vieringen of het te nemen als een dag van Eid (feestdag), maar toen hij (sallAllahu ‘alaihie wa-sallam) werd gevraagd over waarom hij vastte op maandag antwoordde hij: "Dat is de dag waarop ik geboren was en de dag waarop ik de Missie werd toevertrouwd en wanneer ik de eerste openbaring gegeven werd." (Sahieh Muslim)

Mawlied wordt vandaag de dag in veel landen, zoals in het Indiase Subcontinent, gevierd als een soort carnaval, met optochten, vaak gepaard gaande met muziek (qawwalie) en het vrije verkeer tussen mannen en vrouwen enz.

Valse gedachten en praktijken m.b.t. Mawlied
Degenen die de viering van Mawlied aanmoedigen, geven zelf toe dat dit geen praktijk was van de Profeet Muhammad (sallAllahu ‘alaihie wa-sallam) noch van zijn Sahabah. Sterker nog, ook zij beschouwen het als een bid’ah, een innovatie, in de Dien. Maar zij pogen dit te rechtvaardigen door onjuiste en valse argumenten, zoals: Niet elke innovatie (in het geloof) is kwaad. Ze beweren dat sommige bi’dah goed zijn en dat niet elke innovatie een zonde is. Ongetwijfeld is dit onjuist en deze uitspraak is geheel in tegenspraak met de authentieke Hadieth: "Elke bid’ah is een zonde." (Abu Dawood)

Hij (sallAllahu ‘alaihie wa-sallam) zei ook: "Ik waarschuw jullie voor de nieuw ingevoerde zaken in de Dien; elke nieuwe ingevoerde zaak is een innovatie, en elke innovatie is een dwaling en elke dwaling is in het Hellevuur." (An-Nasaa’ie)

En: "Degene die een handeling verricht, die wij niet bevolen hebben, moet worden verworpen." (Sahieh Muslim)

Dus, iedere innovatie in de Dien, groot of klein, is een zonde. Maar sommigen rechtvaardigen innovaties door de handelingen van de Sahabah (radiAllahu ‘anhuma) verkeerd te interpreteren. Zoals: "Toen ‘Umar (radiAllahu ‘anhu) kalief was, verzamelde hij de Muslims om gezamelijk te bidden voor Tarawieh en hij zei: "Wat een goede bi’ah is dit." (Sahieh Bukhaarie)

Deze uitspraak wordt verkeerd geïnterpreteerd. Wanneer het in de juiste context wordt gelezen, zal de betekenis duidelijk worden. De volledige overlevering gaat als volgt: "Wanneer de Profeet (sallAllahu ‘alaihie wa-sallam) eerst Tarawieh bad, baden de Muslim Tarawieh individueel in kleine groepen en vervolgens baden ze voor drie nachten in een gemeenschap (gezamelijk) achter de Profeet (sallAllahu ‘alaihie wa-sallam) en hierna weerhield hij (sallAllahu ‘alaihie wa-sallam) hen van dit en zei: "Ik vreesde dat dit een verplichting voor jullie zal worden." Dus hierna baden de Muslims individueel of in kleine groepen en bleven zo handelen gedurende het bestuur van Abu Bakr (radiAllahu ‘anhu) en het begin van het bestuur van ‘Umar (radiAllahu ‘anhu). Toen kwam ‘Umar naar de moskee en zag de Muslims bidden in kleine groepen en dus bracht hij hen bij elkaar als een jamaa’ah (gemeenschap) om te bidden achter Ubayy ibn Ka’b en Tamiem ad-Daarie (radiAllahu ‘anhum) en uitte bovenstaande uitspraak." (Sahieh Bukhaarie, Muwatta en anderen).

- De handeling van ‘Umar (radiAllahu ‘anhu) kan niet worden beschouwd als een goede bid’ah, omdat de mensen al de gewoonte hadden om in kleine groepen te bidden en dit was ook een bevestigde Sunnah van de Profeet Muhammad (sallAllahu ‘alaihie wa-sallam).

- De Boodschapper van Allah (sallAllahu ‘alaihie wa-sallam) gaf ook de reden voor het beëindigen van dit praktijk. Het was omdat de openbaring nog steeds neerdaalde en hij vreesde dat het bidden van Tarawieh in gemeenschap misschien verplicht zou worden, en dit zou misschien zorgen voor ontbering voor de ummah.

- Na de dood van Allah’s Boodschapper (sallAllahu ‘alaihie wa-sallam) was de openbaring gestopt en deze vrees was niet meer aanwezig. ‘Umar (radiAllahu ‘anhu) hervestigde deze handeling tijdens zijn kaliefaat omdat hij wist dat zijn handeling niet verplicht gemaakt kan worden.

- Bovendien was er een Ijmaa’ (unanieme overeenstemming) hierover, ofwel alle metgezellen stemden in met de handeling van ‘Umar (radiAllahu). En de geleerden van ‘Usul’ hebben verklaard dat een consensus niet kan ontstaan, behalve wanneer er een duidelijke tekst is vanuit de Sharie’ah.

Kortom, deze handeling van ‘Umar (radiAllahu ‘anhu) kan niet worden gebruikt om de bewering dat niet elke bid’ah een zonde is, te bewijzen.

Heeft iedere Muslim het recht om te innoveren in de Dien?
De volgende Hadieth wordt gebruikt als bewijs dat mensen wel nieuwe praktijken mogen invoeren in de Islaam, goed of kwaad: "Een ieder die in de Islaam een goede sunnah (praktijk ) begint, krijgt daar de beloning van, en de beloning van al diegenen die het volgen. En een ieder die een kwade sunnah (praktijk) begint in de Islaam, krijgt het kwaad daarvan en het kwaad van degenen die het volgen." (Sahieh Muslim).

Als we deze Hadieth echter bekijken in haar volledige context, dan zal het niet meer mogelijk zijn om daaruit zoiets af te leiden. Imaam Muslim (rahimahullah) overleverde dit verslag van Jarier ibn ‘Abdullah (radiAllahu ‘anhu), hij zei: "Een aantal mensen kwamen naar de Profeet (sallAllahu ‘alaihie wa-sallam) die wollen kleding droegen. Hij zag dat ze in een slechte staat waren en in uiterste nood, dus hij (sallAllahu ‘alaihie wa-sallam) spoorde de mensen aan om hen liefdadigheid te schenken. Mensen waren erg traag in het antwoorden, en op zijn gezicht kon worden gezien dat hij overstuur was. Toen bracht een man van de Ansaar een pakket met zilver, vervolgens kwam een andere, en na hem een ander en een andere, en zijn gezicht was gevuld met vreugde. Hij (sallAllahu ‘alaihie wa-sallam) zei: "Degene die een sunnah (praktijk) begint in de Islaam, en anderen volgen hem hierin, er zal voor hem een beloning worden geschreven als van degenen die hem volgden, zonder dat er ook maar iets van hun beloning verminderd wordt. Degene die een kwade sunnah (praktijk) begint in de Islaam, en anderen volgen hem hierin, er zal voor hem een last van zonde worden geschreven als van degenen die hem volgden, zonder ook maar iets van hun lasten te verminderen." (Sahieh Muslim)

(Hier is het woord Sunnah gebruikt in de taalkundige betekenis (dus praktijk) en niet in de Shari’ah zin (het praktijk van de Profeet (sallAllahu ‘alaihie wa-sallam), want anders zou het betekenen dat er iets kwaads in zijn Sunnah zit.)

Ten tweede, de Metgezel (radiAllahu ‘anhu) die liefdadigheid gaf, begon niet met iets nieuws, want het geven van liefdadigheid was al in de vroege dagen van de Islaam bepaald, en bewezen door de verzen van de Qur’aan. Maar hij hernieuwde slechts een Sunnah die door de mensen veronachtzaamd werd.

Bovendien komen de woorden ‘goed en slecht’ voor in de Hadieth. En Islaam is een volledige Dien, al het goede en al het kwade is al bepaald. Er is geen plaats voor toevoeging of schrapping. "Vandaag heb ik jullie godsdienst voor jullie vervolmaakt en Mijn Gunst voor jullie volledig gemaakt en de Islaam voor jullie als godsdienst gekozen." (Al Maa’idah 5:4)

En Zijn Boodschapper (sallAllahu ‘alaihie wa-sallam) zei: "Er is niets wat jullie dichter bij het Paradijs brengt, maar dat ik het jullie bevolen heb, en er is niets wat jullie dichter bij de Hel brengt, maar dat ik jullie ertegen gewaarschuwd heb." (Musnad ash-Shaafi’ie en anderen). Indien iemand zegt dat hij het recht heeft om te innoveren in de Dien, dan beschuldigt hij de Dien van onvolledigheid en gebrekkigheid.

Heeft de Profeet Muhammad (sallAllahu ‘alaihie wa-sallam) zijn eigen verjaardag gevierd?
Om het vieren van de geboortedag van de Profeet (sallAllahu ‘alaihie wa-sallam) wordt de volgende Hadieth, vermeld in Baihaqie van Anas (radiAllahu ‘anhu): "De Profeet (sallAllahu ‘alaihie wa-sallam) verrichtte Aqeeqah voor zichzelf na zijn Profeetschap."

As-Suyootie zei over deze Hadieth: "Een andere primaire tekst is mij voorbijgegaan, waaruit de geldigheid van Mawlied kan worden afgeleid, namelijk wat is overgeleverd door al-Baihaqie van Anas (radiAllahu ‘anhu) dat de Profeet (sallAllahu ‘alaihie wa-sallam) voor zichzelf Aqeeqah verrichtte na zijn Profeetschap.En het blijkt dat zijn grootvader Abdul Muttalib de Aqeeqah voor hem verrichtte toen hij een kind van zeven jaar was, en de Aqeeqah wordt niet een tweede keer herhaald. Dus daarom betekent dit dat wat de Profeet (sallAllahu ‘alaihie wa-sallam) deed, was het openlijk danken van Allah dat hij hem de genade voor het universum heeft gemaakt en om dit toe te staan voor zijn ummah, net zoals hij dit deed door het sturen van salaam op zichzelf. Daarom is het voor ons aanbevolen dat we openlijk dank betuigen voor zijn geboorte." (‘Husnul Maqsad’ van as-Suyootie, in zijn ‘Haawie lil Fataawie’).

As-Suyootie citeerde deze Hadieth van de ‘Sunan al-Kubraa’ (9/300) van al-Bayhaqie. Hoofdstuk: ‘al-Aqeeqah Sunnah’, maar het is vreemd dat hij de rest van de woorden van al-Bayhaqie niet geciteerd heeft. Hij (al-Baihaqie) zei: "Abdullah bin Muharrar overleverde een Munkar (verworpen) hadieth betreffende het verrichten van Aqeeqah door de Profeet voor zichzelf....(citeert hadieth)...’Abdur Razzaaq zei: "Voorzeker, zij ( de hadiethgeleerden) verlieten ‘Abdullah ibn Muharrar vanwege de staat van deze hadieth en het is overgeleverd van een ander perspectief van Qataadah en weer een ander perspectief van Anas en het is niets." (Sunan al-Kubra (9/300) van al-Baihaqie. Hoofdstuk: ‘al-Aqeeqah Sunnah’).

Toen Imaam Maliek over deze hadieth werd gevraagd, antwoordde hij: "Zie jij de Metgezellen van de Boodschapper van Allah, voor wie de Aqieqah niet verricht was in de dagen der Jaahiliyyah, voor zichzelf Aqieqah verrichten in Islaam? Dit is van de verworpen overleveringen." (geciteerd van Imaam Maaliek door ibn Rushd al-Maalikie in het boek ‘Book van Aqeeqah’ van zijn werk ‘al-Muqaddamaat al-Mumahhadaat’ 2/15)

Soortgelijke uitspraken zijn vermeld van grote geleerden zoals: Abu Dawood in zijn ‘Masaa’il Imaam Ahmad’, Ibn Hibbaan zei in zijn ‘Kitaab al-Majrooheen’ 2/29, An-Nawawie in ‘Majmoo’ Sharh Muhadhhab’ 8/30, ibn Hajr al-Asqalaanie in ‘Talkhees al-Habeer’ 4/147 van ibn Hajr hoofdstuk: ‘Al-Aqeeqah. Hij verklaart deze hadieth als da’eef in Fath al-Baarie.

En vrede en zegeningen zij met onze Profeet, Mohammed, zijn familieleden, zijn metgezellen en zijn volgelingen.

dinsdag 27 januari 2009

Zijn wij ware gelovigen?

Zijn Wij Ware Gelovigen?
Babar Ahmad


[as-sahwah.com]

‘Voelt jullie niet vernederd en treurt niet; en jullie zijn de winnaars, indien jullie ware gelovigen zijn.’ (Al-Quran 3:139)

Dit vers was door Allah de Almachtige van boven de Zeven Hemelen geopenbaard aan Muhammad (SAS), vlak nadat de Muslims een verlies hadden geleden in de Strijd van Uhud en teneergeslagen en ontmoedigd naar Madinah terugkeerden. Het was geopenbaard als een aanmoediging voor de gelovigen, nadat een overwinning die in hun greep was, hun werd afgenomen en in een nederlaag keerde. En waarom zouden de Metgezellen (RA) zich niet geruïneerd voelen vanwege deze nederlaag? Zeventig van de beste mensen op aarde zijn op dat moment gedood en talloze anderen waren gewond. Zelfs de Boodschapper (SAS) zelf was ernstig gewond totdat bloed van zijn gezicht stroomde en hij zei in grote pijn, terwijl hij het bloed van zijn edele wangen veegde: ‘Allah’s Vloek is Groot op degenen die Zijn Boodschappers gezicht met bloed besmeurden.’

Deze nederlaag was echter slechts een tijdelijke tegenslag, zodat de gelovigen de redenen voor hun nederlaag, die beschreven zijn in opeenvolgende verzen van Surah Ale-Imran, konden overpeinzen. De fouten en zonden van een paar gelovigen hadden het gehele leger van de overwinning beroofd.

Toen ‘Umar ibn al-Khattaab (RA) het leger van Saad ibn Abi Waqqas (RA) naar de Strijd van Al-Qaadisiyyah zond, adviseerde hij hem: “Vrees jullie zonden meer dan jullie de vijand vrezen, want jullie zonden zijn gevraalijker voor jullie dan jullie vijand. Wij Muslims zijn alleen overwinnend over ons vijand, omdat hun zonden die van ons overtreffen, (en) niet vanwege enige andere reden. Indien onze zonden gelijk waren aan die van de vijand, dan zouden zij ons verslaan vanwege hun superieure aantallen en middelen.”

En dus ging Saad (RA) voort om de Perzen te bevechten en zich houdend aan het advies van zijn leider, zette hij de alcoholist Abu Mahjan Ath-Thaqafie vast, opdat zijn aanwezigheid in het leger de overwinning niet vertraagt. Totdat Abu Mahjan weeklaagde in zijn boeien en verzen van poëzie samenstelde die het hart raakten van de vrouw van Saad (RA), om hem tijdelijk vrij te laten zodat hij samen met zijn broeders kan deelnemen aan de strijd. Abu Mahjan ging dus berijdend het paard van Saad op weg (aangezien Saad bedlegerig was vanwege koorts) en verrichtte ongeëvenaarde prestaties van dapperheid, voor het terugkeren naar zijn cel in de avond en zijn boeien weer zelf terug te dragen. Dit ging door voor drie dagen totdat Saad (RA) te weten kwam over de heldendaden van Abu Mahjan, en hij zijn boeien los maakte met de woorden: “Bij Allah! Ik zal je nooit meer gevangen zetten voor het drinken van alcohol!” Hierop antwoordde Abu Mahjan: “Bij Allah! Na deze dag zal ik alcohol nooit meer aanraken!” Het leger was zegevierend en Saad (RA) stelde de ascetische Metgezel Salmaan Al-Farsi (RA) aan als de nieuwe heerser van Perzië, die op een magere loon van 1 dirham per dag leefde.

Overwinning en nederlaag, winst en verlies, succes en tegenslagen worden niet bepaald door geld, middelen, aantallen of vermogens. Integendeel, zij worden bepaald door de mate van gehoorzaamheid en ongehoorzaamheid van Allah De Verhevene. Hoe meer we Allah gehoorzamen, beiden individueel en gezamelijk, des te meer wij Zijn Overwinning bespoedigen. Hoe meer we Allah ongehoorzamen, des te meer we de komst van Zijn Overwinning vertragen. De zonden van één Muslim kunnen de overwinning voor iedereen vertragen. Het is erg gemakkelijk om Bush en Blair, het ‘Westen’, de kuffar of simpelweg ‘hen’ de schuld te geven voor al ons verdriet en zorgen. Maar het is niet zo gemakkelijk om in de spiegel te kijken en een vinger naar ons zelf te wijzen.

Kijk naar ons en ons droevige staat. We hebben de Salah verlaten of haasten ons er doorheen. We zijn te hebzuchtig om Zakaat te geven, laat staan vrijwillige liefdadigheid. We gaan liever op vakantie dan naar de verplichte Haj. We drinken alcohol, we gebruiken en leveren drugs (Muslims zijn vandaag één van de grootste leveranciers van drugs in de wereld). We wonen samen buiten het huwelijk, we stelen en we bedriegen. We eten haram, verdienen haram en verkopen haram. We slaan onze vrouwen en dwingen onze dochters in huwelijken en gebruiken vervolgens de Islam om het te rechtvaardigen. We zijn snel in het uitgeven aan mode en luxen, maar traag in het uitgeven voor wezen en de behoeftigen. We falen om één enkele letter te uiten, laat staan een vinger heffen, wanneer we onze medemuslims gevangen zien, gemarteld, huisarrest zien krijgen, uitgeleverd of afgeslacht, uit vrees met hun ‘gelinked’ te worden. We verspillen onze levens door het kijken van televisie en spelen van computerspelletjes, en vervolgens klagen dat we niet genoeg tijd hebben om betere Muslims te worden. We zijn te verslaafd aan muziek om tijd te vinden voor het luisteren of memoriseren van de Quran. We hebben het te druk met plezier en spelletjes, om onze verantwoordelijkheden als rentmeesters op Allah’s Aarde te vervullen. En na dit alles (en meer) hebben wij het lef te verwonderen waarom Allah’s Overwinning nog niet gekomen is. Met onze armzalige staat, zouden we eerder Allah’s Vloek en Bestraffing verwachten dan Zijn Overwinning.

Iedere zonde die we begaan, vertraagt de komst van Allah’s Overwinning. Iedere Salaah die we vertragen, verlengt de opsluiting van een gevangene in Guantanamo Bay. Iedere drug die we innemen staat toe dat een andere Quran door het toilet wordt gespoeld. Ieder uur dat we verspillen door het kijken van TV , staat de ontvoering van een andere Muslim toe en zijn uitlevering aan de handen van gruwelijke beesten. Iedere keer dat we staren naar iets dat verboden is, plaatsen we een obstakel op het Pad van Allah’s Overwinning. Een zonde is niet een ‘privé zaak tussen mij en Allah’, maar één zonde kan het verschil tussen overwinning en nederlaag uitmaken. Iedere zonde die we begaan is één reden meer waarom Allah ons geen hulp, veiligheid en overwinning zou schenken.

Allah heeft ons een Belofte gemaakt in het hiervoor genoemde vers: “Voelt jullie niet vernederd en treurt niet; en jullie zijn de winnaars indien jullie ware gelovigen zijn.” Hij belooft ons gemak, hulp, superioriteit en overwinning op voorwaarde dat we ware gelovigen zijn. Als we vandaag nederlagen ondergaan, dan betekent het niet dat Allah’s Belofte vals is. In plaats daarvan, de vraag die we ons zelf moeten vragen is: zijn wij ware gelovigen?

Door de Britse Politieke Gevangene Babar Ahmad MX5383

maandag 26 januari 2009

O Muslims, zijn wij blind geworden voor de realiteit?

Sheikh Younus Kathrada
[www.as-sahwah.com]

Alle lof behoort toe aan Allah, Heer der Werelden. Alle lof behoort toe aan de Ene Die geen kind heeft genomen en Die geen patrner heeft in Zijn heerschappij en er is geen god naast Hem. De Ene naast Wie er geen god is, dus is er geen schepper naast Hem en geen Heer dan Hem; Hij alleen verdient alle vormen van aanbidding; daarom verordende Hij dat we geen ander aanbidden dan Hem. Dat is omdat Allah de Waarheid is en al het andere wat zij aanroepen ander dan Hem valsheid is en omdat Allah de meest Verhevene, de Grootse is. Alle lof zij Allah Die zei:

De strijd is jullie verplicht, terwijl jullie er een afkeer van hebben. Maar het kan zijn dat jullie afkeer van iets hebben, terwijl het goed is voor jullie; en het kan zijn dat jullie van iets houden, terwijlcurre het slecht is voor jullie. En Allah weet, terwijl jullie niet weten.

Alle Lof behoort toe aan Allah Die zei (wat betekent): Denk niet dat het slecht is voor jullie; het is echter goed voor jullie. En ik getuig dat er geen god is dan Allah Alleen en Hij heeft geen deelgenoten.

De Ene (verheven en geprezen zij Hij) Die zei (wat betekent): Denken jullie dat jullie het Paradijs zullen binnengaan, terwijl het gelijke dat tot degenen kwam die voor jullie zijn heengegaan, nog niet tot jullie is gekomen? Rampen en tegenspoed troffen hen en zij werden zó geschokt dat de Boodschapper en degenen die met hem geloofden, zeiden: “Wanneer komt de hulp van Allah?” Weet: voorwaar, de hulp van Allah is nabij.

En ik getuig dat onze leider, Muhammad, de dienaar van Allah en Zijn boodschapper is, Zijn uitgekozene en nabije vriend, die zei: “Een groep van mijn Ummah (volgelingen) zullen doorgaan te vechten bij de poorten van Damascus en wat het omgeeft en bij de poorten van Bayt al Maqdis (al-Majid al-Aqsaa) en wat het omgeeft, overwinnend op de waarheid; degenen die hen verlaten, zullen hen niet schaden totdat het Uur gevestigd wordt.”

O Allah, zend gebeden en vredewensen over hem neer en zegen hem en zijn huishouden, zijn metgezellen, zijn geliefden, zijn volgelingen, degenen die geleid zijn door zijn leiding en zijn weg volgen en in zijn voetstappen volgen tot de Dag des Oordeels.

Voorts:

Geliefde broeders en zusters in Islaam,

Het is noodzakelijk voor ons goed op de hoogte te zijn van de gebeurtenissen die om ons heen plaastvinden. Hoe kunnen we het onszelf toestaan om achteruit te zitten zonder het onderwerp betreffende onze broeders en zusters in Ghazzah aan te halen, terwijl de rest van de wereld achteruit zit en de schuld van Zionistisch terreur op de schouders van de Muslims afschuift? Werkelijk schandalig zou zij het zijn als wij onze bekommering niet zouden uitdrukken en iets aan de situatie zouden doen. Hierna volgen zaken die we in beschouwing moeten nemen en misschien, na hen overpeinsd te hebben, zullen we worden aangemoedigd om ons deel te doen.

Laten we beginnen bij het herinneren van deze realiteit: De strijd tussen ons en de Zionisten/Joden (Yahood) is niet één om land en grenzen, het is echter om geloof en bestaan! Ja, vergeet nooit deze realiteit. Daarom, de aanval tegen onze broeders en zusters in Palestina is niet simpelweg een aanval tegen hen, maar het is een aanval tegen elke gelovige.

Allah is Degene Die alle zaken kent, de Schepper van de hemelen en de aarde informeert ons over vele realiteiten en Hij is de Alwetende. En iemand brengt jou op de hoogte zoals de Alwetende [35:14] Zou Hij Die schiep geen kennis hebben (over het geschapene), terwijl Hij de Zachtmoedige, de Alwetende is? [67:14]

Daarom zul je in dat wat volgt alleen datgene aantreffen waarover Allah ons geïnformeerd heeft in de Qur’aan en middels Zijn Boodschapper in zijn ahadeeth. Je zult geen meningen aantreffen van die of die, maar je zult alleen dat vinden wat tot ons is gekomen middels openbaring van onze Heer, de Schepper van alle dingen. Ongetwijfeld dus zullen deze woorden slechts ware gelovigen raken en alleen op hun een effect hebben; degenen die geloven in Allah als hun Heer, in Muhammad-sallAllahu ‘alaihie wa sallam- als hun Boodschapper en die geloven in de uiteindelijke ontmoeting met Allah op de Dag des Oordeels. Het weigeren van enige van deze realiteiten zoals vermeld in de authentieke teksten, maakt iemand een ongelovige!

O Muslims, O mensen van Tawhied (monotheïsme), O volgelingen van Muhammad (sallAllahu ‘alaihie wa sallam), weet en wees er zeker van dat het Zionistische regime niet serieus is over vrede en zij zullen zich nooit houden aan enige vredesakkoord. Iemand kan dit betwijfelen en beweren dat de Zionisten bereid zijn om een akkoord te bereiken en een vredesverdrag te ondertekenen. Maar onze Heer, Allah, heeft ons geïnformeerd dat deze mensen verraderlijk zijn en dat zij berucht zijn om het verbreken van beloften. Zij hebben geen intentie om zich te houden aan akkoorden/verdragen bereikt in Oslo, Madrid, Camp David of elders. Hoe kan ik daar zeker van zijn? Omdat mijn Heer (verheven en geprezen zij Hij) mij hierover heeft geïnformeerd. Je zult dit eigenschap toegeschreven aan hen door Allah vinden in Zijn laatste Openbaring, die gereciteerd zal worden tot de Laatste Dag.

Allah zegt (wat betekent): O Muslims! Merk op dat ik zeg, Allah zegt (wat betekent): “Degenen met wie jij een verbond bent aangegaan, (en die) vervolgens hun verbond iedere keer schenden; en zij vrezen Allah niet.” [8:56] Allah zegt over deze mensen tegen Zijn Boodschapper, sallAllahu ‘alaihie wa sallam: “Is het niet zo dat telkens wanneer zij een verbintenis aangingen, een groep van hen die (later) van zich afwierp? Maar de meesten van hen geloven niet.”[2:100]

Dit is waarom zij de vloek van Allah verdienden, vanwege het verbreken van hun verbonden en hun weigering om zich te houden aan verdragen en het accepteren van de waarheid. Allah zegt (wat betekent): “Maar omdat zij hun verbond verbraken, hebben Wij hen vervloekt en hebben Wij hun harten hard gemaakt. En zij verschoven de woorden (in de Schrift) van hun plaatsen en zij vergaten een gedeelte van hetgeen waarmee zij mee vermaand waren. En jij zult verraderlijkheid van hen blijven ondervinden, behalve van enkelen van hen. Vergeef hun en scheld het kwijt. Voorwaar, Allah houdt van de weldoeners.”[5:13]

Kan het nog duidelijker zijn?! Ons probleem is dat we misleid blijven worden door deze mensen en weigeren te luisteren naar waarover Allah en Zijn Boodschapper ons geïnformeerd hebben en gewaarschuwd. Wanneer zullen we naar de tafel gaan, realiserend met wie wij te maken hebben en zodanig met hen op de juiste manier omgaan? Nogmaals, laat me herhalen en zeggen dat de Zionisten/Joden (Yahood) niet serieus zijn over vrede en zich nooit zullen houden aan verdragen. Zij braken hun verbintenissen met Profeten en Boodschappers, neen, met de Heer van de hemelen en an de aarde! Dus na dit alles, denk je werkelijk dat zij zich aan hun woord zullen houden met politici en regeringleiders?!

Wat kunnen wij verwachten van een volk dat dingen dingen zei over Allah die onze magen zouden doen omkeren en onze harten veel pijn doet? Allah zegt (wat betekent): “Voorzeker, Allah heeft de uitspraken gehoord van degenen die zeiden: “Voorwaar, Allah is arm en wij zijn rijk.”Wij zullen opschrijven wat zij zeiden en ook het zonder recht doden van de Profeten en Wij zullen tegen hen zeggen: “Proeft de verbrandende bestraffing.” [3:181]

Allah zegt (wat betekent): “En de Joden zeiden: “De Hand van Allah is gebonden (gierig).”Hún handen zijn gebonden en vervloekt zijn zij vanwege wat zij zeiden! Welnee, Zijn Handen zijn wijd uitgestrekt en Hij schenkt hoe Hij wil. (De Qur’aan) die door jouw Heer aan jou is neergezonden, vermeerdert zeker bij velen van hen overtreding en ongeloof. En Wij wakkerden vijandschap en haat onder hen aan tot aan de Dag der Opstanding. Iedere keer dat zij een vuur ontsteken, dat tot oorlog leidt, dooft Allah het. En zij zaaien verderf op de aarde. En Allah houdt niet van de verderfzaaiers.”[5:64)

Allah zegt (wat betekent): “En wanneer er een Boek tot hen komt van Allah, bevestigend wat zich bij hen bevindt, terwijl zij daarvoor om hulp hadden gevraagd tegen degenen die niet geloven: toen dan tot hen kwam wat zij al wisten, geloofden zij er niet in. De vloek van Allah rust daarom op de ongelovigen." [2:89]
Allah zegt (wat betekent): “En toen er tot hen een Boodschapper van Allah was gekomen, bevestigend wat zich bij hen bevond, wierp een groep van degenen aan wie de Schrift (de Taurat) gegeven was, het Boek van Allah achter hun ruggen, alsof zij het niet wisten.” [2:101]

Allah zegt (wat betekent): “Degenen aan wie Wij de Schrift hebben gegeven, kennen hem (Muhammad) zoals zij hun zonen kennen, en voorwaar, een groep onder hen verbergt zeker de Waarheid, terwijl zij (die) kennen.” [2:146]
Dit zijn realiteiten die niemand kan ontkennen; hoe kunnen wij terwijl zij van Allah komen?! Vanwege de onwetendheid van vele Muslims, zien wij dat zij een resolutie voor dit probleem in Palestina en elders afwachten middels bemiddeling en zij denken dat de internationale gemeenschap zal helpen in het brengen van een resolutie. Wij ontkennen niet dat er mensen zijn in het westen alsook niet-moslims die sympathie tonen voor ons, maar zij zijn ongetwijfeld een minderheid. In feite, velen die tegen het doden van kinderen en burgers zijn, zeggen tóch dat het Zionistische regime het recht heeft om zichzelf te verdedigen. Dit maakt duidelijk dat gelovigen geen hulp van buiten moeten verwachten.

Beste Muslims, we vinden onder ons mensen die misschien kwade gedachten hebben; sommigen kunnen onzeker zijn over Allah’s rechtvaardigheid en beweren dat Hij ons onderdrukt door het bloedvergieten waar we getuige van zijn niet te voorkomen. Zulke mensen hebben zich niet gerealiseerd dat wij eigenlijk de oorzaak van deze problemen zijn. In plaats van dat we de schuld bij Allah of bij anderen leggen, dienen wij de verantwoordelijk te nemen voor wat ons overkomen is; we moeten onze tekortkomingen toegeven en stoppen met het beschuldigen van anderen.

Allah zegt (wat betekent): “Dat is omdat Allah nimmer een genieting die Hij aan een volk heeft geschonken verandert (in een bestraffing), tenzij zij veranderen wat zich bij hen bevindt: en voorwaar, Allah is Alhorend, Alwetend.” [8:53]

Sinds de Ummah is veranderd (naar het slechte), heeft Allah onze toestand doen veranderen. Dit is volgens de wetten die Allah voor Zijn creatie heeft vastgelegd. Zie jij niet dat de Muslims zelfs bij Uhud verslagen werden, terwijl hun commandant de Profeet (sallAllahu ‘alaihie wa sallam) was? Vanwege de ongehoorzaamheid van een aantal boogschutters verloren zij de strijd. Zij waren ongehoorzaam aan één bevel, dat zij in geen geval hun plaats dienen te verlaten. Wanneer een groep van hen ongehoorzaam was hieraan, kennen we allemaal de gevolgen hiervan. Allah zegt: “En toen een ramp jullie trof (bij Uhud), hoewel jullie (je vijanden) met een dubbele ramp getroffen hebben (bij Badr), (waarom) zeggen jullie dan: “Waar komt dat vandaan?” Zeg: “Dat komt van jullie zelf.” Voorwaar, Allah is Almachtig over alle zaken.” [3:165]

Dus er is geen enkele twijfel dat wat ons vandaag is overkomen van ons zelf (afkomstig) is. Ik ben schuldig en ook jij bent schuldig; wij hebben allemaal tekortkomingen. De vijanden planden en werkten richting hun doelen en bereikten velen van hen. Wat betreft ons, wat hebben wij gedaan? Helaas, weinig tot niets. Wij hebben ons niet voorbereid zoals onze Heer ons dat bevool: “En brengt wat jullie kunnen aan macht bij elkaar, om hen mee te bevechten, waaoronder de strijdrossen...” [8:60]

Wij zijn bevolen om voor te bereiden op elke wijze; door middel van geloof, aanbidding, middels gedrag, onderwijs, achtzaamheid, economie, middels politiek, militaire middelen enz. Waar is die voorbereiding? Wij zijn nog steeds aan het wachten op hulp van onze tegenstanders, wij zijn nog steeds aan het wachten op hulp van het oosten en westen.

Ummat al Islaam, “Allah verandert de toestand van een volk niet, totdat zij hun eigen toestand veranderen.”[13:11]! Allah veranderde overwinning naar nederlaag, eer naar schande en kracht naar zwakte alleen toen wij van vroomheid naar goddeloosheid gingen en Hij zal onze toestand niet veranderen totdat wij zelf veranderen wat in ons zelf is; totdat wij niet terugkeren naar Hem (in gehoorzaamheid), het vervullen van onze verplichtingen, verre blijven van het verbodene, het respecteren van de grenzen die Allah heeft gesteld en het steunen van Zijn weg.

“O jullie die geloven, als jullie (de godsdienst van) Allah helpen, dan zal Hij jullie helpen en jullie voeten stevig (op het slagveld) plaatsen.” [47:7]

Omdat wij ons deel niet hebben gedaan (voor het grootste gedeelte), is de overwinning vertraagd. Nu wij het probleem kennen, laat een ieder van ons zijn/haar deel doen in het verbeteren van de situatie.

Iemand kan zich nog steeds afvragen: “Wat kan ik doen? Wat is mijn rol?”Mijn geliefde broeders en zusters, de realiteit is dat wij hier zijn, ver weg van het slagveld en is het dus niet mogelijk om ons zelf te geven. Wij kunnen echter wel ons rijkdom geven. Maar houd jezelf niet voor de gek door een klein beetje te geven en jezelf proberen te overtuigen dat jij jouw deel gedaan hebt in het voeden van de armen en helpen van de zieken. Maar wees eerlijk tegenover jouw Heer en wees eerlijk tegenover jezelf.

“Jullie zullen de vroomheid nooit bereiken totdat jullie van wat jullie liefhebben bijdragen geven. En wat jullie ook van iets bijdragen: voorwaar, Allah is daarover Alwetend.” [3:92]
Allah zegt (wat betekent): “O jullie die geloven, zal ik jullie een handel tonen die jullie van een pijnlijke bestraffing redden kan? (Het is) dat jullie in Allah en Zijn Boodschapper geloven en jullie op de Weg van Allah strijden met jullie bezittingen en jullie zielen. Dat is beter voor jullie, als jullie het wisten.” [61:10-11]

Dus ga je gang en geef wat je kan geven en laat de Shaytaan je de beloning van Allah niet ontnemen. Zoek een betrouwbare legale Muslim liefdadidheidsinstelling en geef door middel van hen zonder de shaytaan toe te staan om je te belemmeren met vragen over hoeveel van wat je geeft gebruikt zal worden voor administratiekosten (bijvoorbeeld). Wees gewoon eerlijk tegenover Allah en je zult alles wat je hebt bijgedragen op je weegschaal op de Dag des Oordeels zien.

Vervolgens, voed je kinderen op volgens de juiste ‘Aqiedah van al-walaa wal baraa (loyaliteit en ontkenning/verwerping). Als jij dit niet nu doet, wanneer dan?! Zij dienen absoluut te weten wie hun ware vrienden/bondgenoten zijn en wie hun ware vijanden. Onze Schepper leert ons dit en we moeten dit goed begrijpen en het onze kinderen leren. Helaas, vele zogenaamde moslims proberen vandaag deze verzen uit te leggen op een manier die anders is dan hoe het in de Qur’aan en Sunnah wordt gepresenteerd.

De Qur’aan echter, is duidelijk: “O jullie die geloven! Neemt niet de Joden en de Christenen als beschermers, zij beschermen elkaar. En wie van jullie hen als beschermers neemt: voorwaar, hij behoort tot hen. Voorwaar, Allah leidt het onrechtvaardige volk niet.” [5:51]

“Velen onder de Lieden van de Schrift wensen dat zij jullie, nadat jullie tot geloof zijn gekomen, weer tot ongelovigen zouden kunnen maken, uit afgunst die onder hen leeft, nadat voor hen de Waarheid duidelijk was geworden. Maar vergeeft hen en laat hen maar begaan, totdat Allah komt met Zijn bevel. Voorwaar, Allah is Almachtig over alle zaken.” [2:109]

“Jij zult zeker vinden dat de mensen die het sterkst in vijandschap tegenover de gelovigen zijn, de Joden en degenen die deelgenoten (aan Allah) toekennen zijn...”[5:82]

“O jullie die geloven, neemt niet Mijn vijanden en jullie vijanden tot vrienden/bondgenoten, aan wie jullie genegenheid betonen. Waarlijk, zij geloofden niet in wat tot jullie is gekomen van de Waarheid.” [60;1]

Ook kun je du’aa (smeekbeden) verrichten. Keer tot Allah, Degene Die alle zaken in Zijn beheer heeft en controle heeft over alle dingen. Maar voldoe eerst aan de condities voor de acceptatie van je smeekbeden. Behoud je plicht tegenover Allah; verricht de gebeden,leef de regels van de Hijaab na, vervul jouw fundamentele verplichtingen tegenover Allah, verdien middels toegestane middelen, blijf verre van het nemen en betalen van rente, blijf verre van alles wat Allah verboden heeft en toon berouw voor alle fouten en tekortkomingen.

Du’aa is voorzeker een krachtig wapen, dus maak er niet weinig van. Tijdens het verrichten van je dagelijkse salaah (gebeden), heb je gebeden voor je broeders en zusters in elke sajdah (neerknieling)? Hoe vaak heb je jouw handen opgeheven, nederig voor Allah en om Zijn hulp gesmeekt in het midden van de nacht terwijl de anderen sliepen? Denk je dan echt dat mensen die gierig zijn met du’aa, vrijgevig zullen zijn met hun levens en rijkdom?! Lippendienst is niet voldoende; wij moeten werken en deze methodologie in praktijk brengen die Allah voor ons in de Qur’aan uiteengezet heeft.

Laat me afsluiten door te zeggen: Ongeacht hoeveel valsheid lijkt te behagen en overwinnen, behalve dat het ongetwijfeld vernietigd zal worden. En ongeacht hoezeer de waarheid zwak en verslagen lijkt te zijn, behalve dat het ongetwijfeld zal triomferen!

Allah zegt ( wat betekent): “Welnee, Wij werpen de Waarheid tegen het valse, waarop het vernietigd wordt en dan verdwijnt het.” [21:18]

“En zeg: “De Waarheid is gekomen en de valsheid is ten onder gegeaan. Voorwaar, de valsheid gaat ten onder.” [17:81]

“Toen de Boodschappers wanhoopten en dachten dat zij werden geloochend, toen kwam Onze hulp tot hen. En Wij redden wie Wij wilden. En Onze bestraffing kan niet tegengehouden worden van het misdadige volk.” [12:110]

O Allah, sta onze medemoslims bij in Palestina. O Allah, sta onze broeders in Ghazzah bij. Onze Heer, onze broeders en zusters lijden aan de handen van het Zionistische regime dat geen genade kent; O Allah vernietig de samenzweringen van deze criminelen en toon hen geen genade. Heer van de hemelen en de aarde, wij smeken U om het leed van onze broeders te verzachten, waar hen ook onrecht wordt aangedaan. O Allah, vergeef ons onze tekortkomingen en zonden en leid ons naar de Waarheid. O Allah, wij hebben niemand naar wie wij kunnen keren behalve U, en indien U ons verlaat, hebben wij niets en niemand tot wie wij keren kunnen.

De Aafia die ik zag

[www.al-istiqamah.com]

"Ik wil dat jullie te weten komen over de zorg en toewijding die deze vrouw had voor de Islaam zoals beschreven door degenen die haar kenden- een toewijding die tot uiting kwam door middel van daden die erg simpel en gemakkelijk waren, hoewel ze zelden uitgevoerd worden door degenen die in staat zijn."

"Zij is een hoog gevaar voor veiligheid."

- Christopher LaVigne, assistant US attorney, op 11 augustus, toen hij een rechter probeerde te overtuigen om een doktersbezoek voor Aafia te voorkomen vanwege haar schietwond.

Gedurende de tijd van de Profeet (sallAllahu 'alaihie wa sallam) waren degenen die de Islaam betreden van twee soorten: degenen die in hun land verbleven met de algemene bevolking en de basis fundamenten van hun geloof praktiseerden en degenen die de migratie verrichtten en de profeet in zijn expedities vergezelden. Er zijn Ahaadieth die aantonen dat de Profeet deze beide groepen verschillend behandelde vanwege hun verschil in status. Muslim en at-Tirmidhi overleveren bijvoorbeeld dat wanneer een leider voor een veldslag werd aangewezen, hij hem wees op de manier waarop hij dient te handelen met diegenen van de vijanden die moslim werden, zeggende: "...nodig hen uit te migreren vanuit hun landen naar het land van de Muhajirin, en stel hen op de hoogte dat indien zij dit doen, zij alle privileges en verplichtingen van de Muhajirin zullen hebben. Als zij weigeren te migreren, zeg hen dat zij de status van de bedoeïenen zullen hebben, en onderwerpen zullen worden aan de bevelen van Allah als de rest van de gelovigen..." Dit onderscheid was simpelweg van één groep die besloot om bepaalde verantwoordelijkheden op zijn schouders te nemen in tegenstelling tot de andere wier weigering van handelen hen beperkte tot een zeer individueel en lokaal praktiseren van de Islaam. Eigenlijk kan men zeggen dat de Profeet het praktiseren van de Islaam toen in twee typen ondersheidde: de religie van de Muhajirin (Din al-Muhajirin, wiens aanhangers de verantwoordelijk op hun schouders hadden genomen van het steunen en geven van overwinning aan de Islaam), en de religie van de bedoeïnen (Din al- A'rab, wiens aanhangers niet verder gingen dan de basis).

Hoewel dit een uitbeelding van een situatie is die meer dan duizend jaar geleden bestond, is het een eeuwig patroon namelijk dat moslims onder deze niveau's zullen worden onderscheiden in elke eeuw en plaats. Kortom, men kan dit onderscheid opmerken onder de praktiserende moslims van het oosten en het westen. De Din al- A'rab van het verleden kan vergeleken worden met de Islaam dat tot de vijf pillaren beperkt is, eten van zabihah en het schoon houden van de lokale moskee. Beschouwende het feit hoe moeilijk het is om zulke moslims tegen te komen in het westen, kun je je voorstellen hoeveel vreugde er komt tot het oog en hart om diegenen te zien die een stap verder gaan en het niveau bereiken van Din al-Muhajirin- wier bekommering om de gehele Ummah hen drijft om op te staan en actieve werkers voor de Islaam te worden, om elk minuut aan Allah toe te wijden, en ongeacht de andere verantwoordelijkheden van hun drukke levens, blijft hun hart kloppen met de rest van de moslims- dit alles met hun hoofd opgeheven zonder enige aandacht te besteden aan degenen om hen heen die eten en leven als vee, zoals het was gezegd:
هكذا الاحرار في دنيا العبيد
"Zo zijn degenen die vrij zijn in een wereld van de geknechten."

De laatste tijd spreekt de gehele wereld over één zo'n persoon- een kort, dun collége student, echtgenote en moeder van drie kleine kinderen. Haar naam is Aafia Siddiqui.

Ik wil dat jij tot het verhaal van deze vrouw wordt getrokken en ook begrijpt waarom ik ernaar getrokken was. Ik wil dat jij te weten komt over de zorg en toewijding die deze vrouw had voor de Islaam zoals beschreven door degenen die haar kenden- een toewijding die tot uiting kwam door middel van daden die erg simpel en gemakkelijk waren, hoewel ze zelden uitgevoerd worden door degenen die in staat zijn."

Degenen die Aafia kenden herinneren zich dat Aafia een heel klein, stil, vriendelijk en verlegen vrouw was die haast niet opgemerkt werd in een bijeenkomst. Zij voegen er echter aan toe dat wanneer nodig, zij zei wat moest worden gezegd. Zij gaf eens een toespraak tijdens een oproep voor hulp voor de bosnische weeskinderen in een lokale moskee waar zij de mannen in het publiek begon te bekritiseren voor het niet opstaan om te doen wat zij aan het doen was. Ze zei: "Waar zijn de mannen? Waarom moet ik degene zijn die hier staat en dit werk doet?" En ze had gelijk, want ze was een moeder, een vrouw en een student in een gemeenschap vol met broeders die niets te tonen hadden wanneer het aankwam om islamitisch werk.

Toen ze een student op MIT was, begon ze met het organiseren van campagnes om kopies van de Qur'an en ander islamitisch literatuur te leveren aan de moslims in de lokale gevangenissen. Ze liet ze in dozen bezorgen bij een lokale moskee, vervolgens verscheen ze in de moskee en droeg de zware dozen helemaal zelf naar beneden op hele steile trappen. Subhan Allah, zie de Qadar van Allah: deze vrouw die zoveel tijd en energie besteedde om moslimgevangenen te helpen is nu zelf een gevangene (Ik vraag Allah haar te bevrijden)!

Haar toewijding aan de Islaam werd ook heel duidelijk op campus. Een artikel uit 2004 uit Boston Magazine vermeldt dat: "...ze schreef drie handleidingen voor leden die anderen over de Islaam wilden leren. Op de website van de groep legde Siddiqui uit hoe een "da'wah table" te beheren, een informatief kraampje tijdens schoolevenementen om anderen over de Islaam te leren en mensen over te halen de Islaam te omarmen." Het artikel gaat verder met het vermelden dat zij in de handleiding schreef: "Stel je voor onze nederige maar oprechte da'wah inspanning veranderend in een grootse da'wah beweging in dit land! Stel je voor! En wij, ontvangende de beloning van iedereen die de Islaam accepteert door deze beweging, gedurende jaren. Denk en plan groot. Moge Allah deze kracht en oprechtheid aan ons schenken opdat onze nederige inspanning voortduurt en uitbreidt totdat amerika een moslimland wordt."

Allahu Akbar....zie deze himmah (zorg)...zie deze prijzenswaardige aspiraties en doelen! Als mannen dienen wij ons te schamen om zulke lessen van een zuster te leren.

Ze was het gewend om elke week op een zondag de moslimkinderen les te geven in de lokale moskee. Een zuster vertelde mij ook dat zij elke week een kleine groep van bekeerde moslims bezocht om hen de fundamenten van de Islaam te leren. Één van de zusters die haar lessen bezocht beschrijft Aafia als "niet willende om door iemand opgemerkt te worden, of iemands vriendin te zijn. Ze kwam hier slechts om ons te leren over Allah, en engels was niet eens haar eerste taal!"

Een andere zuster die ook les kreeg van haar beschrijft: "Ze deelde met ons dat we nooit excusen moeten verzinnen voor wie wij zijn. Ze zei: "Amerikanen hebben geen respect voor mensen die zwak zijn. Amerikanen zullen ons respecteren als wij opstaan en sterk zijn."
Allahu Akbar...O Allah, bevrijd deze vrouw!

Maar Aafia's grootste passie was het helpen van onderdrukte moslims over de gehele wereld. Toen oorlog uitbrak in Bosnië, zat zij niet achteruit en keek toe met één knie over de ander. Maar zij greep onmiddelijk naar de middelen die in haar bereik waren om een verschil te maken. Zij zat niet in een droomwereld denkende aan hoe zeer zij wensde daar heen te gaan om te helpen met liefdadigheid. Zij stond op en deed wat zij moest: zij sprak met mensen om bewustzijn te creëeren, ze vroeg om donaties, ze verzendde e-mails, ze gaf slide-show presentaties- wat ik wil zeggen is dat Aafia toonde dat er altijd wel iets is waarmee we onze broeders en zusters kunnen helpen, waarvan het minste een gesproken woord is om bewustzijn te creëeren bij mensen die niet op de hoogte zijn. Terug zitten en niets doen is nooit een optie. Zij gaf eens een toespraak in een lokale moskee om donaties te verzamelen voor de bosnische weeskinderen, en toen het publiek daar gewoon zat naar haar te kijken, vroeg ze: "Hoeveel mensen in deze kamer bezitten meer dan één paar schoenen?" Toen de helft van de kamer zijn hand ophief, zei ze: "Doneer ze dan voor deze bosniërs die een brute winter tegemoet zullen gaan!" Zij was zo effectief in haar pleidooi dat zelfs de imaam zijn schoenen uittrok en hen doneerde!

Er is veel meer te zeggen over hoe passievol deze zuster voor de Islaam was. Het bovenstaande geeft je echter een idee van hoe zij was en hopelijk dient het als een inspiratie voor eerst broeders dan zusters om actief te worden in het dienen van de Islaam door de middelen die aanwezig zijn. Onthoud dat zij dit alles deed terwijl zij een moeder en PhD student was, en de meesten van ons doen veel minder ondanks het hebben van veel meer vrije tijd.

Dus met dit beeld van Aafia in mijn gedachten, schrok ik door wat ik zag wanneer zij in de rechtzaal werd gebracht voor wat haar bail hearing moest zijn. De deur aan de linkerkant van de rechtzaal werd langzaam geopend om een zwakke uitgeputte vrouw te openbaren die nauwelijks haar eigen hoofd rechtop kon houden in een bleek blauw rolstoel. Ze was gekleed in een Guantanamo-stijl oranje gevangenisuniform en haar zwakke hoofd was gewikkeld in een witte hijaab die naar beneden was getrokken om haar botdunne armen te bedekken (het uniform heeft korte mouwen). Haar advocaten gingen snel om haar heen zitten en de horing begon. De hoofdvervolger assistant US attorney Christopher LaVigne liep binnen met een groep van drie of vier FBI agenten, waaronder één vrouw die pakistaans leek (لعنة الله عليهم). De verdediging begon met de aankondiging dat de bail hearing uitgesteld zou worden vanwege Aafia's medische conditie. Aafia's advocaten redeneerden dat het geen zin had als zij "out on bail" was wanneer ze dood naderde. Dus zij eisten dat haar een doktersbezoek wordt toegestaan vóór iets anders. LaVigne stond op en maakte bezwaar door te zeggen dat Aafia een "risk to the security of the Unites States" was. De rechter leek dat niet aan te nemen, en de vervolger ging verder te argumenteren door te zeggen dat: "this is a woman who attempted to blast her way out of captivity." Zodra dit was gezegd, keek ik en zag dat Aafia haar hoofd schudde met wanhoop en bedroefdheid, alsof ze voelde dat de hele wereld tegen haar was. Trouwens, Aafia was zo klein en zwak dat ik haar nauwelijks kon zien van achter de rolstoel. Het enige wat ik kon zien was haar hoofd ineengestort naar links en gewikkeld in hijaab en haar rechterarm die eruit stak.

Ik kreeg een beter begrip van waarom zij zo bedroefd en wanhopig was toen haar advocaat de details van haar conditie begon op te sommen:
* Zij heeft hersenbeschadiging sinds haar tijd in US custody.
* Één van haar nieren was verwijderd terwijl zij in US custody was.
* Zij is niet in staat haar voedsel te verteren omdat een deel van haar darm verwijderd is tijdens een operatie in US custody.
* Zij heeft lagen en lagen van vastgenaaide huid van de operatie van de schietwond.
* Ze heeft een groot chirurgisch litteken vanaf haar borst totaan haar torso.

Ondanks dit alles is zij niet één keer bezocht gedurende haar opsluiting in de VS, terwijl zij een voortdurende intense pijn in haar buik heeft als gevolg van haar sloppy operatie in Afghanistan- een pijn waarvoor zij niks anders kreeg dan Ibuprofen!

Ondanks dit alles had de vervolger toch het lef en schaamteloosheid om te proberen te voorkomen dat zij door een dokter wordt bezocht. Toen hij door de rechter onder druk werd gezet door de vraag waarom Aafia al die tijd in een NYC gevangenis zat zonder de fundamentele medische zorg, stotterde hij en zei dat het een "ingewikkelde situatie" was, en probeerde ervan af te komen door te zeggen dat "het was haar besluit omdat zij weigerde gezien te worden door een mannelijke arts." Zodra hij dit laatse stukje zei, zag ik Aafia's dunne arm ophoog schieten en naar achteren en voren schudden naar de rechter (om daarmee te zeggen "Nee! Hij liegt!"). Ik voelde zo met haar mee, zij was natuurlijk gefrustreerd vanwege de leugens die voor haar eigen ogen werden verspreid. Haar advocaat legde toen zijn hand op haar arm om haar te kalmeren.

Toen de horing voorbij was, kwam een verklaring van een geleerde in mijn gedachten, en dat is waar Ibn al-Qayyim zei dat een persoon stijgt in zijn nabijheid bij Allah totdat: "...er slechts één obstakel overblijft voor welk zijn vijand hem roept, en dit is een obstakel die hij moet ondergaan. Als iemand gered zou worden van dit obstakel, dan zouden het de Boodschappers en de Profeten van Allah en de meest nobele van Zijn Schepping zijn. Dit is de obstakel van Shaitaan, die zijn troepen loslaat op de gelovige met verschillende typen van schade: door middel van de hand, de tong en het hart. Dit gebeurt in overeenstemming met de mate van goedheid die bestaat in de gelovige. Dus, hoe hoger hij is in rang, des te meer laat de vijand zijn troepen op hem los en helpt hen tegen hem, en overweldigt hem met zijn volgelingen en bondgenoten op verschillende manieren. Er is geen weg om deze obstakel heen, omdat hoe standvastiger hij is in het oproepen tot Allah en vervullen van Zijn geboden, des te meer de vijand zich voorneemt om hem te misleiden met domme mensen. Dus in feite heeft hij zijn pantser aangetrokken tegen dit obstakel, en heeft hij het op zich genomen om de vijand te confronteren omwille van de zaak van Allah en Zijn Naam, en zijn aanbidding terwijl hij dit doet is de aanbidding van de beste van de aanbidders."

En dit was absoluut duidelijk die dag kijkende naar de scene in de rechtzaal. Ondanks Aafia's fysieke zwakte, was er een bepaalde 'izzah (eer) en kracht die ik de hele tijd vanuit haar voelde komen. Ze schudde krachtig haar hand richting de rechter wanneer de vervolger loog, hoe graag zij haar hijaab aanhad bovenop haar gevangeniskleding ondaks de afgrijselijke omstandigheden waarin de hijaab het laatste is waar de meesten aan denken, de grote aantallen FBI agenten, US Marshals, verslaggevers, officiëlen enz., die allemaal in dat kleine kamertje volgestopt waren om te kijken naar deze kleine, zwakke, stille, vrouwelijke "veiligheidsgevaar"- alles duidde op de conclusie dat het enige waar al deze mensen bang voor waren, de kracht van deze zusters imaan was.

Dit is de situatie van onze geliefde zuster, een moslimvrouw in gevangenschap...
Wat kan ik zeggen...?

Ik zal niet afsluiten met het noemen van de verplichting om te helpen in het bevrijden van moslimgevangenen. Ik zal niet vermelden hoe al-Mu'tasim een gehele stad met de grond gelijk maakte om één enkele moslimvrouw te redden. Ik zal niet teruggaan naar de dagen van Salah ad-Din of 'Umar bin 'Abd al 'Aziz, die tienduizende moslimgevangenen redde. Want wat zelfs droeviger is dan wat met Aafia Siddiqui gebeurt is hoe weinig de moslims zijn die het kon schelen om te verschijnen op de horing in een stad met ruim een half miljoen moslims en dat geen enkele moslimorganisatie in de Verenigde Staten niet eens één woord in haar verdediging heeft uitgesproken. Zoals ibn Qayyim zei: "Als ghayrah het hart van een persoon verlaat, zal zijn geloof het volgen."

In een tijd waarin de meesten van ons de Din al A'rab volgen, lijkt het alsof de beste persoon die ons een les kan leren over hoe Aafia te helpen, Aafia zelf is.
و الله المستعان

Paradijs op aarde

Paradijs op aarde

In de Naam van Allah, de Meest Barmhartige de Meest Genadevolle
Ibn Qayyim al-Jawziyyah; Al-Fawaa’id 174

"Dus ook als de vader, die barmhartig is jegens zijn zoon, wetend wat goed voor hem is, ziet dat er wat slecht bloed uit zijn zoon verwijderd moet worden voor zijn eigen bestwil, door hem veel pijn aan te doen en door het snijden van zijn huid en aderen. Als hij weet dat zijn genezing in het afsnijden van een van zijn ledematen ligt, dan doet hij dit en dit doet hij allemaal uit barmhartigheid en genade voor zijn zoon. Als hij ziet dat de betering van zijn zoon ligt in het weerhouden van iets van hem, weerhoudt hij het van hem, en is hij niet kwistig jegens hem, want hij weet dat dit zijn corruptie en verwoesting veroorzaakt en vaak weerhoudt hij van zijn zoon waar hij (de zoon) naar verlangt, voor zijn eigen bestwil en om hem te beschermen en niet uit vrekkigheid jegens hem.

Dus als de Wijste van alle rechters, de Meest Barmhartige, de Meest Wetende, Die voor Zijn dienaren barmhartiger is dan zij voor zichzelf of hun ouders voor hen, iets over hen stuurt wat zij niet prettig vinden, dan is het beter voor hen dan als Hij het niet stuurt, maar het is een gift en vriendelijkheid voor hen. Want als zij voor zichzelf konden kiezen, zouden ze niet bevoegd zijn om te weten, pogen of te doen wat hen voordeel brengt, maar Hij - Perfect is Hij- heeft de leiding genomen in het regelen van hun zaken volgens Zijn Kennis, Wijsheid en Genade, of ze het prettig of onprettig vinden. Omdat degenen die met zekerheid in Zijn Namen en Attributen (1) geloven dit weten, vinden ze geen fout in (ofwel ze zijn tevreden) Zijn Wetten.

Dit is echter verborgen voor de onwetenden over Allah, Zijn Namen en Attributen, dus zij disputeerden met Hem in Zijn voorschriften en zochten naar blaam in Zijn Wijsheid en onderwierpen zich niet aan Zijn besluiten, maar verzetten zich ertegen met hun corrupte intelligentie, valse meningen en onjuiste gedrag. Dus kenden zij niet hun Heer noch bereikten zij wat hen voordeel bracht. En Allah is Degene die schenkt.

Wanneer de dienaar dus slaagt door deze kennis, leeft hij in een Paradijs in deze wereld voor het Hiernamaals, wier gemakken slechts vergeleken kunnen worden met de gemakken van het Paradijs in het Hiernamaals. Waarlijk, hij stopt nooit met het tevreden zijn met Zijn Heer en deze tevredenheid is het Paradijs van deze wereld en een comfort voor degenen die kennis hebben. Waarlijk, zijn ziel is tevreden met alles wat het meemaakt vanwege wat Allah voor hem gekozen heeft, en zijn ziel is in vrede met Zijn religieuze Wetten en dit is tevredenheid met Allah als zijn Heer, met de Islaam als Dien en Muhammad- sallAllahu ‘alaihie wa-sallam- als Boodschapper. En degene die dit niet heeft bereikt, heeft Imaan niet geproefd. ‘Maar het kan zijn dat jullie een afkeer van iets hebben, terwijl het goed is voor jullie; en het kan zijn dat jullie van iets houden, terwijl het slecht is voor jullie. En Allah weet, terwijl jullie niet weten.’ (2:216)(1)

Dit betekent dat indien iemand werkelijk gelooft in de Attributen en Namen van Allah en ze herkent, dan vetrouwt zo’n persoon in Zijn voorbeschikking. Bijvoobeeld: we weten dat Hij de Rechtvaardige is, dan hebben we vetrouwen in Zijn Rechtvaardigheid, dat alles wat Hij voor ons heeft voorbestemd, goed voor ons is."